klik op de witte balken om een nieuw blad te openen

Tegenwoordige tijd (present)

I am - ik ben

You are - jij bent

He,she it is - hij,zij,het is

We are - wij zijn

You are - jullie zijn

They are - zij zijn

verkorte vormen

je kunt de vormen van BE ook afkorten

I am = I'm

you are = you're

he is, she is, it is = he's, she's, it's

we are = we're

you are = you're

they are = they're

ontkenningen met BE

als je het woordje 'not' gebruikt is er sprake van een ontkenning

I am not (ik ben niet) afgekort: I'm not

you are not (jij bent niet) afgekort: You aren't of you're not

he/she/it is not (hij/zij/het is niet) afgekort: he/she/it isn't of he's not/she's not/it's not

we are not (wij zijn niet) afgekort: we aren't of we're not

you are not (jullie zijn niet) afgekort: you aren't of you're not

they are not (ze zijn niet) afgekort: they aren't of they're not

vragen maken met BE

 

Je maakt vragen met 'Be' door dit werkwoord vooraan te zetten

Am I really rich ?

Are you ill ?

Is he a doctor ?

Verleden tijd (past)

 

I was - ik was

You were - jij was

He,she,it was - hij,zij,het was

We were - wij waren

You were - jullie waren

They were - zij waren